4 augustus 2014 – Onlangs hebben we weer ons jaarlijkse terrasonderzoek gepubliceerd, waarvoor we de prijzen van een rondje drank op de terrassen inventariseren. We kijken ieder jaar welke stad de goedkoopste terrasstad is en welke de duurste. Ook inventariseren we hoe de prijzen zijn gestegen ten opzichte van vorig jaar. Zowel in de verschillende radio-interviews als in de toelichting die ik heb gegeven aan journalisten wordt vaak heftig gereageerd op die prijsstijging. “De horeca is weer duurder geworden” is het heersende sentiment.

Het is niet voor niets dat we in ons persbericht ook de ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI) van afgelopen jaar hebben afgezet tegen de prijsstijging van een rondje drank op het terras. Ook dit jaar was de prijsstijging op het terras lager dan de gemiddelde inflatie. Horecaondernemers zijn dus terughoudend met het verhogen van hun prijzen. Toch hebben mensen het altijd over de horeca die weer eens zijn prijzen verhoogt, alsof dat het enige is dat duurder wordt.

In het live interview op radio 538 werd weer de klassieker “vroeger betaalde je fl. 2,= of misschien eens een keer fl. 2,25 voor je biertje en nu is dat vaak € 2,50 en soms wel € 3,=” van stal gehaald als reactie op de gemiddelde prijsstijging op de terrassen dit jaar. Ik reageerde met de stelling dat ditzelfde geldt voor een brood in de supermarkt en een liter benzine aan de pomp.

Ik heb het nog even nagerekend: ik betaal nu € 1,98 voor een brood in de supermarkt. Omgerekend is dat fl.4,36. Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit meer dan vier gulden heb moeten betalen voor een brood in de supermarkt. Toch hoor je daar nooit iemand over.

Niek Timmermans, adviseur Van Spronsen & Partners horeca-advies

LinkedIn